Direct als je binnenkomt valt de sobere en heldere sfeer op en vervolgens de warme kleuren van de gebrandschilderde ramen. Tijdens de laatste restauratie is de kerk zoveel mogelijk teruggebracht in de staat zoals die in 1428 geweest moet zijn. Men moet dan wel bedenken dat er toen veel decoraties zijn geweest, met muurschilderingen en met beeldhouwwerk. Er zijn sporen van schilderingen gevonden, maar die zijn helaas weer verdwenen. Brokstukken van het beeldhouwwerk zijn in een kuil op het kerkhof teruggevonden. Een klein gedeelte hiervan is te zien in een vitrine in het koor.
Wat ook opvalt is dat het schip (de plaats voor de gelovigen tijdens de dienst) nauwelijks groter is dan het koor (de plaats voor het altaar, de avondmaalstafel en de voorgangers). Dit grote koor heeft te maken met de functie voor de rechtspraak.
Nog steeds bij de ingang zien we links een offerblok. Helaas is het een kopie van het blok uit ongeveer 1695, dat gestolen is. Verder zien we links en rechts een deur. De linkerdeur, de ‘noordpoort’, is duidelijk breder dan de rechter, de ‘zuidpoort’. De reden is het gebruik ervan: door de noordpoort werden na de rouwdienst de overledenen uitgedragen, de kist met links en rechts dragers. De zuidpoort werd onder meer gebruikt door de bisschop als hij het volk buiten de kerk wilde toespreken.
Dan komen we bij de duidelijke scheiding tussen schip en koor. Hier staat de kansel tegen een zware muur in de vorm van een boog: de ‘triomfboog’. Dat hij die naam heeft gekregen is symboliek. Hij moet ons herinneren aan de triomf die Christus op de dood heeft behaald.